Een houten boot? Is dat niet veel onderhoud? Dat valt in de praktijk reuze mee. In de 10 jaar dat ik de boot nu heb, is het onderhoud beperkt tot enkele uren per seizoen.
Het onderhoud van de bodem aan de buitenzijde en het vlak wordt iedere winter gedaan door Henk Wildeboer van de gelijknamige punterwerf in Giethoorn. Eind oktober varen we de Schokker naar zijn werf. Daar wordt hij voor enkele dagen op de kant gezet. Na drogen en schoonmaken zet Henk de bodem en het vlak in een nieuwe laag. Daarna verdwijnt de boot in het botenhuis om het nieuwe seizoen af te wachten. In het water maar wel onder dak en beschermt tegen weer en wind. In april kan de boot weer naar buiten.
Begin april pikken we de boot weer op en varen deze naar de jachthaven. Als het weer het toelaat varen we via de Weerribben door naar Friesland om via het IJsselmeer naar de thuishaven te varen.
In het voorjaar werk ik kale plekken bij. In de kuip zijn dat de gelakte delen die belopen worden, zoals: de bank bij de helmstok, de opstapjes naar het voordek en de waterbalk. Dit seizoen wil ik het potdeksel onder handen nemen. M.n. de plekken waar landvasten de zaak hebben kaal geschuurd. Omdat er geen bootlak gebruikt is, maar een beits (tencorex/tencotop), is het onzichtbaar bijwerken van kale plekken en krassen eenvoudig. De nieuwe laag vermengt zich met de oude.
Jaarlijks schuur ik de Iroko buik-denningen (vlonders) en het voordek schoon. 1-2 uurtjes werk. De denningen bij het aanrechtje krijgen zomers doorgaans een extra beurt om vetvlekken en dergelijke weg te werken.
Een punt van aandacht is het voordek. De gekitte naden barsten bij heet weer open, zodat deze niet meer waterdicht zijn. Die barsten snij ik dan open en kit ze dicht. Bij veel regen en buiswater span ik over het voordek een dekzeiltje.